10

oostende, onderwijsstad? gewoon doen.

10.1. Onderwijs en vorming

Het onderwijslandschap in Oostende is de voorbije legislatuur sterk gewijzigd. Het stedelijk onderwijs werd overgeheveld naar het gemeenschapsonderwijs GO! Dit wil niet zeggen dat op het vlak van onderwijs geen rol is weggelegd voor het stadsbestuur. Het tegendeel is waar. Voor Open Vld is onderwijs één van de belangrijkste thema’s, het is een volwaardig beleidsdomein. Onderwijs is voor iedereen de sleutel naar de toekomst.

De stad Oostende neemt een regierol op zich en ondersteunt scholen. Het bestuur kan deuren openen en bruggen bouwen. Samenwerking tussen de arbeidsmarkt, bedrijven, … kan scholen versterken en vice versa. Er is ook een belangrijke taak weggelegd op het vlak van infrastructuur, logistiek en begeleiding.


10.2. Kleuteronderwijs is de sleutel naar een betere toekomst

Voor Open Vld is het van groot belang dat kinderen zo vroeg als mogelijk, liefst op de leeftijd van tweeënhalf jaar, regelmatig school lopen. Dit is belangrijk zowel voor de sociale als voor de cognitieve ontwikkeling van het kind. Taalontwikkeling is hierbij heel belangrijk. Taalachterstand blijft een rugzak die zwaar is om dragen.

We moedigen ouders aan, stimuleren en belonen hen om hun kleinsten regelmatig school te laten lopen. We werken positief en stimuleren maar tegelijk voeren we een aanklampend beleid. De stad gaat actief op zoek naar kinderen die niet participeren aan het kleuteronderwijs. Ouders worden permanent gewezen op de belangen van de kleuterschool. Maatschappelijk werkers, dokters, straathoekwerkers, … volgen dit op.

Vanaf een aanwezigheid van 120 dagen per schooljaar kunnen de gezinnen toegang krijgen tot bijvoorbeeld stadsmusea of sportinfrastructuur of kinderopvang tijdens de vakantieperiodes. Dit zet opnieuw aan tot cultuurparticipatie, deelname aan sportactiviteiten, … De speelcompagnie kan naast sport en cultuur ook focussen op taal. Bovendien zijn ouders op die manier meer beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Wie werkt heeft recht op toegang tot de kinderopvang.

Leerkrachten zijn vaak diegenen die armoede het eerst aanvoelen. Ze merken snel op wanneer een kind uit de boot dreigt te vallen. Kinderen die zonder eten naar school komen, bij wie de kledij absoluut niet volstaat, … geven we een stem. We brengen, rekening houdend met de privacywetgeving, armoede in kaart en brengen het zorgaanbod zo dicht als mogelijk bij die Oostendenaars. Scholen spelen hier een sleutelrol. De stad staat in voor een eenvoudig registratiesysteem zodat we armoede, schoolverzuim, … kwantitatief in kaart kunnen brengen. Dit mag niet leiden tot administratieve overlast voor de scholen.


10.3. Huiswerkbegeleiding en ondersteuning

De school stopt niet om 16.00 uur. Ook na schooltijd gaan leerlingen nog aan de slag. De thuissituatie is soms een rem op de ontwikkeling van het kind. Er zijn in Oostende verschillende initiatieven die huiswerkbegeleiding organiseren. De stad speelt een rol op het vlak van coördinatie. Er wordt een digitaal platform ontwikkeld waarbij vrijwilligers zich kunnen registreren en vraag en aanbod op elkaar kunnen afgestemd worden.


10.4. Halt toe roepen aan schooluitval

Schoolse vertragingen, ook in het lager onderwijs, vormen een probleem. Een van de hoofdoorzaken is het gebrek aan kennis van de onderwijstaal. Daarom is de instap in het kleuteronderwijs van groot belang. Volgens de gegevens van de stadsmonitor ligt de schoolse vertraging een stuk boven het Vlaamse gemiddelde. Schoolmoeheid tegengaan is een zaak van de scholen. Sociale uitval een halt toeroepen is een opdracht voor de stad.

Spijbelen pakken we kordaat aan. De gevolgen van spijbelen hoeven we hier niet aan te halen. Hoe langer iemand spijbelt, hoe moeilijker het is om terug naar school te gaan. De eerste stap terug naar school is soms moeilijk. Een coach is hier een faciliterende factor. Een doorgedreven monitoring, opvolging en begeleiding is noodzakelijk. We mogen wel niet vervallen in een pamperbeleid. Een aanklampende aanpak is noodzakelijk.

Er is nood aan gecoördineerde acties om schooluitval tegen te gaan. Liefst preventief maar als het noodzakelijk blijkt door middel van een aanklampend beleid. Ook politie trekt aan de kar. Jongeren die overdag op straat lopen, worden onmiddellijk aangesproken en doorverwezen naar de bevoegde diensten. Ook de ouders worden systematisch op de hoogte gebracht.

We monitoren en verwerken zowel kwalitatieve en kwantitatieve data. Meten is weten en pas dan kan we gepast actie ondernemen. Er worden initiatieven genomen om de studiekeuze van jongeren te helpen maken. De stad én het Economisch Huis spelen een actieve rol s om het systeem van het duaal leren in onze stad te vereenvoudigen. Onder meer in de zoektocht naar jobs voor deze leerlingen kan de stad een bijdrage leveren. Vandaag zijn er heel veel initiatieven die niet altijd op elkaar aansluiten. De stad gaat dit coördineren.

Er lopen nog steeds heel wat Oostendse jongeren school buiten onze stad. We brengen die stroom in kaart, zowel kwantitatief als kwalitatief. De oorzaken van de uitstroom lijsten we op en pakken we aan. We zetten in op de promotie van ons eigen kwalitatief onderwijs.

Investeren in onderwijs is letterlijk investeren in de toekomst. Iedereen heeft een stevige basis nodig. Een basis om op te bouwen. Een investering in de jeugd verdient zichzelf op termijn automatisch terug. We durven keuzes te maken en alle jonge Oostendenaars de beste toekomstkansen bieden.


10.5. Hoger onderwijs

Hoger onderwijs heeft nog een plaats in Oostende. Er is in onze stad ruimte voor de verdere uitbouw van maritieme onderzoekscentra en wetenschappelijk onderzoek. Greenbridge is een centrum van onderzoek en innovatie. Hier ligt de weg open voor verdere ontwikkeling. Onze unieke ligging biedt heel wat kansen voor onder meer doctoraatsstudenten en onderzoekers. We hebben de ambitie om, net als EnergyVille in Genk, verder uit te groeien tot een innovatief onderzoekscentrum op topniveau.

Oostende heeft heel wat te bieden. Het aanbod aan stageplaatsen, onder meer in de horeca maar ook op het vlak van blauwe en groene energie, visserij, zeevaart, luchtvaart, ziekenhuizen … zetten we in de kijker. Onze stad kan uitgroeien tot een kennis- en ontwikkkelingscentrum op tal van domeinen. Waar kennis zit, komen ook de jobs.

Ook in het secundair onderwijs kunnen we inspelen op de wensen van de markt. Onze troeven zoals toerisme en horeca vinden we terug in kwaliteitsvolle opleidingen in het secundair onderwijs. Stimuleren van summer schools en summer universities, waarbij hogescholen en universiteiten semminaries en workshops organiseren.


10.6. Taalvakanties

Meertaligheid is een enorme troef. Oostende kan een ideale locatie zijn voor de organisatie van taalkampen. De zee, het culturele aanbod, de sportinfrastructuur … zorgen ervoor dat onze stad een unieke plek is om taalvakanties te organiseren. Het bestuur kan hier opnieuw deuren openen om dit aanbod te verzekeren en gaat actief op zoek naar organisaties die Oostende als uitvalsbasis willen.


10.7. Kunstonderwijs

We onderzoeken de mogelijkheid om het aanbod in de scholen, na schooltijd, uit te breiden. Kinderen kunnen dan muziekles volgen na de schooluren. Kunstkans is een schitterend instrument. Kostprijs mag geen drempel zijn om kennis te maken met muziek en om talenten te ontplooien. We evalueren het systeem, bekijken de instroom en de uitstroom en zetten de middelen vervolgens optimaal in. We pleiten wel voor een zeker engagement. Wie een schooljaar start, dient dit ook af te maken (behoudens uitzonderlijke omstandigheden die gemotiveerd worden). Zomaar stoppen kan niet.

Concreet

2018: Deelname van kleuters aan het kleuteronderwijs is een prioritair aandachtspunt. Het kleuteronderwijs is de basis voor de toekomst van elk kind. We zetten actief in op de promotie van Oostende als stagestad. We trekken summerschools aan.

2030: Oostende is een draaischijf voor stages in diverse sectoren. Tijdens vakantieperiodes strijken universiteiten en hogescholen neer in de stad. Ook taalvakanties hebben er hun vaste stek. Oostende bruist opnieuw.

>> Ga naar het volgende hoofdstuk: "Oostende, cultuurstad? Gewoon doen."