3

oostende, een ondernemende stad? gewoon doen.

3.1. Inleiding

Ondernemers doen een stad leven. Het klinkt als een torenhoog cliché maar het is de realiteit. Oostende zonder handelscentrum is ondenkbaar. Wat zou Oostende zijn zonder shoppingapparaat? Wat zou onze stad zijn zonder horeca? Wat zou onze stad zijn zonder de bedrijfsleiders die zorgen voor de werkgelegenheid? Kortom: ondernemers zorgen voor zuurstof en verdienen alle respect. Ze voelen zich niet altijd gesteund en hebben soms het gevoel van het kastje naar de muur gestuurd te worden. Dit willen we radicaal anders. Communicatie is opnieuw een belangrijke sleutel.

Oostende heeft door haar ligging en functie als toeristische centrumstad heel veel troeven. Met een haven, een luchthaven, de aanwezigheid van de zee, de aanwezige industrie … hebben we alles om de stad te laten bruisen. Die combinatie is uniek en biedt kansen! Die kansen grijpen we!


3.2. Dienstverlening en communicatie

3.2.1. Het Economisch Huis, toerisme en de stadsdiensten

In 2006 was de oprichting van het Economisch Huis een breekpunt voor Open Vld. De rol van het Economisch huis was voor ons duidelijk. Het EHO zou een één-loketfunctie vervullen die ondernemers van A tot Z kon ondersteunen en actief op zoek zou gaan naar dynamische ondernemers waarvoor Oostende een thuishaven kon zijn.

Het Economisch Huis heeft de voorbije twee legislaturen heel wat werk verricht maar is hierbij wel afgeweken van haar hoofdopdracht. De komende bestuursperiode wordt de klemtoon opnieuw op de kerntaak gelegd. Creatieve ondernemers, jonge talenten, trendy concepten die werken in andere steden, … worden vanaf 2019 actief opgespoord en aangetrokken. Onze stad heeft veel troeven in huis om vernieuwde concepten alle kansen te geven. Ze kunnen potentiële ondernemers in contact brengen met eigenaars van panden. Steden als Roeselare en Gent maken hier werk van door bijvoorbeeld ondernemers en eigenaars van leegstaande panden samen te zetten. Samen gaan we op zoek naar kansen.

Binnen het Economisch Huis wordt een verantwoordelijke ‘horeca en uitgaan’ aangesteld. De horeca vormt een specifieke doelgroep die bijzondere noden heeft.

Een nauwere samenwerking tussen de dienst Toerisme en het Economisch Huis komt Oostende ten goede. De communicatie tussen diverse actoren, horeca, retail, toerisme, cultuur … dient gestroomlijnd en efficiënter te gebeuren.

Het Economisch Huis neemt de taak op zich om Oostende als toeristische stad te promoten als city-trip bestemming.

Ondernemers zijn creatieve mensen. Die creativiteit primeert. Uniformiteit heeft een zekere uitstraling en waarde. Als liberalen willen we hier niet te ver in gaan. We hebben respect voor de vrijheid van ondernemen. Elke onderneming heeft een zekere eigenheid en die respecteren we. We stellen enkel een kwalitatief ondernemen voor door de juiste richting aan te wijzen. Niet ‘hoe iets te doen’, eerder ‘hoe het (beter) kan.’

We pleiten voor een sterk centrummanagement. Vandaag loopt het contact tussen de Oostendse handelaars en de stad/economisch huis niet altijd even vlot. Wij streven naar een positieve ondersteuning door een voor iedereen toegankelijke centrummanager. Die centrummanger is tegelijk een innovatiemanager. De personeelsbezetting van het EHO passen we aan deze nieuwe opdracht aan.

Het stadsbestuur en de autonome gemeentebedrijven kopen zoveel als mogelijk bij lokale handelaars. Uiteraard dienden we hier rekening te houden met de huidige regelgeving.

Ook sociale economie verdient een plek. De meerwaarde van de sector is groot. Met de juiste aanpak zijn ze de opstap naar de reguliere arbeidsmarkt.

3.2.2. Administratieve vereenvoudiging en digitalisering

De voorbije legislatuur is werk gemaakt van administratieve vereenvoudiging. Heel wat handelingen kunnen vandaag digitaal. We trekken die lijn verder om de administratieve overlast bij ondernemers nog meer te beperken. Prioriteit nummer één is de vereenvoudiging van de procedure voor de inname van het openbaar domein. Dit is momenteel bijwijlen kafkaiaans. Dit vraagt een nauwe samenwerking tussen verschillende diensten. In de komende legislatuur gaan we dit gewoon doen!

We leven in digitale tijden. Het EHO en de stad kunnen ondernemers ook wegwijs maken in de wereld van de sociale media én het online shoppen. Een eigen webshop, hoe beperkt ook, is vandaag een meerwaarde. Dit is lang niet voor iedereen evident. Het EHO gaat de Oostendse ondernemingen stimuleren en begeleiden in deze wereld.

Op korte termijn kan een digitaal platform opgezet worden waartoe alle ondernemers toegang krijgen. Zo sijpelt informatie van geplande activiteiten niet meer met mondjesmaat tot bij de ondernemer binnen. Dit staat ondernemers toe om beter en gerichter te plannen. Op lange termijn zal dit niet alleen resulteren in ondernemers die de opportuniteiten van de belevingsevenementen beter kunnen inschatten maar zal het ook de zwaktes van de stad blootleggen. Op die manier kan de stad investeren in zwakkere plekken wegwerken.

3.2.3. Voorrang aan overleg en communicatie

We investeren in een duidelijke communicatie met ondernemers. Vandaag worden ze soms laat of zelfs niet geïnformeerd over op til zijnde werken. Dit ziet Open Vld radicaal anders. We zijn ons bewust dat de informatiedoorstroming vaak afhangt van derden. Dit stroomlijnen is een uitdaging en een must.

De geplande werken worden ruim vooraf gecommuniceerd. Ondernemers worden geïnformeerd over plannen en tijdig ingelicht over de start van de werken. Open Vld weet dat dit niet altijd in handen is van de stad. We nemen dit mee op in de toewijzing van de opdrachten. Onze ondernemers verdienen dit respect.

Het EHO én de stedelijke overheid peilen regelmatig naar de verzuchtingen van handelaars. Bij ingrijpende plannen worden ondernemers vooraf geconsulteerd en geïnformeerd.

Verdienstelijke ondernemers zetten we regelmatig in de kijker. Initiatieven die een meerwaarde zijn voor de stad communiceren we aan alle handelaars. Een unieke etalage, een goed concept dat mensen naar Oostende lokt, een toegankelijke zaak… verdient extra aandacht.


3.3. Leegstand

Leegstand in handelspanden vormt een probleem. Open Vld wil een permanente monitoring van de leegstaande panden. Het overzicht is ook steeds raadpleegbaar op de website van de stad en het EHO. Er wordt in overleg getreden met de eigenaars. Het EHO gaat actief op zoek naar een invulling op basis van een realistische prijszetting van de huur. Eigenaars van handelspanden die innovatieve starters een kans op lange termijn geven, kunnen een vrijstelling op de opcentiemen op onroerende voorheffing krijgen. Alternatieven zoals trendy en smaakvolle pop-up winkels, ateliers in leegstaande panden, tentoonstellingsruimtes, … moedigen we ook aan.

We pakken ook de leegstand boven winkels aan. De Vlaamse Regering heeft hier initiatieven genomen. We promoten die maatregelen actief (zie luik wonen).


3.4. Zuurstof voor ondernemers

We nemen de belastingen onder de loep. Pestbelastingen verwijzen we naar de prullenbak. Onder pestbelastingen verstaan we de lasten die nauwelijks inkomsten genereren, die hun doel voorbij gaan of die niet geheel wenselijk zijn. Het afschaffen van de lasten op drijfkracht bij investeringen in energiezuinige maatregelen is een piste.

Starters geven we een duwtje in de rug. Jonge ondernemers worden aangestuurd om een duurzame activiteit te ondernemen die het pop-upgebeuren overstijgt. Een vrijstelling op de lasten op uithangsborden - voor zover dit enkel de naam van de handelszaak betreft- gedurende twee jaar is een optie. Ook een gedeeltelijke vrijstelling op de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor een periode is een mogelijkheid.

Andere stimulerende maatregelen:

  • Ondernemers krijgen beperkt toegang tot het containerpark. De hoeveelheden zijn uiteraard beperkt tot deze vergelijkbaar aan particulieren.
  • Ondersteuning bij eventuele her-lokalisatie van handelszaken naar de binnenstad.
  • Ondersteuning voor het fusioneren en/of integreren van kleine handelspanden.

Ondernemers in nood verdienen ondersteuning. Het is een torenhoog cliché dat elke ondernemer op een berg geld zit. Ondernemers nemen risico’s. Ze werken hard! Ja, soms zelfs om het hoofd boven water te houden. Als ze het moeilijk hebben, is er vaak geen opvangnet. Open Vld heeft al jaar en dag de strijd gevoerd om het leefloon, uiteraard onder bepaalde voorwaarden, ook toegankelijk te maken voor zelfstandigen. Een tijdelijke ondersteuning biedt een uitweg uit een soms uitzichtloze situatie.


3.5. Mobiliteit en parkeren

Een ondernemingsvriendelijke stad heeft aandacht voor de mobiliteit en parkeren. Dit was de voorbije jaren een achillespees. Open Vld is duidelijk: deze problematiek pakken we globaal aan. We bekijken het probleem over het volledige grondgebied van de stad en op lange termijn. Dit punt wordt uitgewerkt in het thema mobiliteit.


3.6. Infrastructuur

Aangenaam shoppen houdt in dat het openbaar domein functioneel en gezellig ingericht wordt. We screenen bij de start van de legislatuur de stad op verschillende punten waaronder, het straatmeubilair zoals zitbanken, de kwaliteit van de straten (toegankelijkheid én veiligheid van het gekozen wegdek), vuilnisbakken, speelgelegenheden voor kinderen, verlichting … . We werken een actieplan uit om de pijnpunten aan te pakken.

Meer groen in de stad is een werkpunt. Hier gaan we doordacht te werk. Groen in de stad is één zaak, groenonderhoud is een ander verhaal. We mikken op een samenwerking met de ondernemers en de bewoners.

Wanneer we over infrastructuur spreken, spreken we ook over toiletten. Het kan niet de bedoeling zijn dat de infrastructuur van horeca-uitbaters en winkels systematisch gebruikt wordt door mensen die hoognodig een toiletbezoek dienen te brengen. We voorzien voldoende openbare toiletten die ook toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers, voldoende plaatsen om kinderen te verzorgen én ruimte waar mindervalide personen kunnen worden verzorgd. We zorgen ook voor een lokaal waar mama’s borstvoeding kunnen geven.

Het wifinetwerk wordt verder onderhouden en waar nodig uitgebreid.

We zetten in op slimme wegwijzers. Digitale borden bieden veel mogelijkheden. We duiden alle toeristische en culturele plekken in de stad aan en verwijzen ook naar de buitenwijken in de stad.


3.7. Focus op de uitgangsbuurt

Overleg tussen de uitbaters, organisatoren van fuiven, ordehandhavers, de dienst toerisme e.a. houden we in stand. Die samenwerking is de basis van het succes. We pleiten voor de invoering van een kwaliteitslabel. Open Vld wil ondernemers niet zeggen wat ze te doen of hoe ze hun zaak dienen in te richten. We willen wel ondersteunend en adviserend werken om de lat nog hoger te kunnen leggen. We informeren onder meer over de mogelijkheden van gevelrenovatie, subsidies en premies allerhande.


3.8. Shoppingstad

Shoppen in Oostende is een totaalbeleving. Steeds meer handelszaken spelen hierop in. De persoonlijke benadering in de detailhandel is een meerwaarde.

Aandacht voor veiligheid en ‘subtiel’ blauw op straat is nodig. We bekijken de inzet van bewakingsfirma’s. Veiligheidscamera’s dekken het stadscentrum af. Dit wordt duidelijk gecommuniceerd aan de bezoekers. Er geldt een nultolerantie voor sluikstorten, wildplassen, hondenpoep, … Slimme vuilnisbakken met sensoren, die aangeven wanneer de vuilnisemmers vol zijn, zijn de toekomst.

We bekijken de pistes om de Alfons Pieterslaan nieuw leven in te blazen. Als we op lange termijn denken is een evenementenplein tussen het stadhuis en de Mercator mogelijk. We bekijken de mogelijkheid om het verkeer ondergronds te brengen en maken extra publieke ruimte die beide stadsdelen met elkaar in linken. Zo heb je meteen ook een doorstroming naar de waardevolle Belle Epoque wijk. Het is duidelijk dat de keuzes voor de inrichting van de Alfons Pieterslaan niet tot een heropleving van de buurt hebben geleid. Ambitieuze plannen voor de aanleg van een Rambla werden weggelachen. Eenrichtingsverkeer was geen optie. Wij halen de plannen van onder het stof en bekijken dit in een adem met de verkeersstromen in de binnenstad.

Er wordt voorzien in voldoende laad- en loszones. Leveren in de winkel-wandelstraten tijdens de shoppinguren vermijden we. De toelevering aan de horeca- en handelszaken gebeurt op termijn met milieuvriendelijke voertuigen. Bubbelpost heeft recent haar activiteiten in Oostende stop gezet. We maken een analyse van wat er is fout gelopen en zoeken oplossingen. Open Vld blijft geloven in deze manier van werken. Waarom slagen andere steden wel in dit opzet en blijft Oostende achter? We zijn ons bewust van het feit dat de leveringen voor horeca hierbij een probleem vormen. We werken mkind met het badwater weg te gooien.

In één adem maken we ook de omgekeerde beweging. Kan de stad een systeem faciliteren, naar analogie met bijvoorbeeld Mechelen, waarbij je ‘met lege handen shopt’. Pakjes laat je, na aankoop, in de winkel. Koeriers bezorgen die later op de dag bij je thuis. Het stimuleert mensen om met de fiets of het openbaar vervoer naar de stad te gaan en er te shoppen. Je kan een hele dag shoppen en de stad beleven zonder hinder.


3.9. Baanwinkels

Het verkeersinfarct langs de Torhoutsesteenweg vraagt om een duidelijke oplossing. Ook dit luik is uitgewerkt bij het thema ‘mobiliteit’.

De persoonlijke aanpak en service die detailhandelaars kunnen bieden is uniek. Het centrum kan bovendien veel meer inspelen op niches en trendy concepten. Die troeven zetten we in de kijker. Wij zien beiden als complementair. Beide types kunnen elkaar versterken.


3.10. Ondernemingsparken: durven innoveren

Oostende telt verschillende industrieterreinen. Deze term klinkt grauw en grijs. Open Vld wil hiervan af en kiest voor ‘ondernemingsparken’. Dit sluit meer aan bij de realiteit. We zorgen voor een duidelijke bewegwijzering (eventueel met kleuren) en een goede sfeer. In de ondernemingsparken is er voldoende groen aanwezig. Er is aandacht voor de inrichting van het openbaar domein waarbij ontmoetingsplaatsen worden ingetekend. Een aangename werkomgeving kan ook in een industriële omgeving. We zorgen voor een vlotte verbinding met het openbaar vervoer en maken bedrijven warm voor fietsdelen.

We tekenen een toekomstplan uit voor de zones waarin de huidige noden en de toekomstige behoeften worden ingepland. We houden rekening met de ons omliggende gemeenten en de pistes die daar gevolgd kunnen worden. Er is aandacht voor reconversie van verouderde terreinen/gebouwen.

Waterstof is de toekomst en de basis voor een nieuwe mobiliteit. Een waterstoffabriek is een troef naar clustering van andere industrieën en betekent een boost voor de economie van de stad.

Die kans heeft Oostende aan zich voorbij laten gaan. Die fout mogen we geen twee keer maken. Omwille van de ligging aan de zee en de nabijheid van de offshore windmolenparken die met grote junkstroom te kampen hebben, bekijken we de opties.

Waterstof is een milieuvriendelijk alternatief dat traditionele brandstoffen kan vervangen en leent zich bovendien uitstekend tot opslag. De omzetting van piekproductie van duurzame energiewinning van bijvoorbeeld de windmolens kan worden omgezet en gebruikt als energiebuffer. In periode van schaarste kan de reserve worden aangewend.

Ook circulaire economie biedt mogelijkheden. Schroot en afvalverwerking wordt steeds belangrijker. Een recyclage-economie heeft een toekomst.


3.11. Poorten tot Oostende

3.11.1. Luchthaven

Raversijde en de luchthavensite verdienen bijzondere aandacht. De luchthaven is zonder twijfel een troef voor onze stad én bij uitbreiding voor de regio. De voorbije jaren is er fors geïnvesteerd en is het aantal vakantiebestemmingen fors uitgebreid. Oostende is de luchthaven bij uitstek waar jonge gezinnen op een rustige manier op vakantie te kunnen vertrekken.

Ook het belang van de helihaven is groot. Ook die troef zetten we in de kijker.

Die groei omarmen we. Egis, verantwoordelijk voor de exploitatie van de luchthaven, is een belangrijke partner van het stadsbestuur.

De lokale overheid heeft de belangrijke taak om Oostende als bestemming op de kaart te zetten. Toeristen, zakenmensen, … tonen we de weg naar onze stad. We overtuigen mensen om Oostende als bestemming te kiezen. We zetten dus niet enkel in op “uitgaand’ personenvervoer maar ook op “inkomend” personenvervoer.

De groeimogelijkheden van de luchthaven brengen we in kaart in overleg met de ons omringende gemeenten. We promoten de luchthaven als luchtvaarthub. Een verbinding met Londen, Parijs, … zou een extra troef zijn.

We zetten in op:

  • De promotie van Oostende als kindvriendelijke luchthaven, een poort naar de zon, zee, cultuur.
  • De promotie van Oostende als basis voor zakenvluchten en privé-vluchten.
  • De ontwikkeling van de luchthaven als economische draaischijf. We trekken actief aanverwante activiteiten (logistiek, distributie, …) aan. Dit kan door promotie van de stad én de luchthaven maar eveneens door actieve contacten. Er is ruimte voor innovatieve bedrijven, kantoren, … .
  • De luchthavenopleidingen zetten we eveneens in de kijker. Zowel op het vlak van technologie als de opleiding van piloten. De uitbreiding van de opleidingen onderzoeken we.
  • Een droneport is de toekomst. Een site in de nabijheid van de luchthaven biedt opportuniteiten. Een onderzoekscentrum, dispatching of besturingscentrum voor drones is een mooie kans voor de stad. Drones worden vandaag gebruikt voor de inspectie van windmolenparken. Oostende is dus een unieke uitvalsbasis.
  • Ook vrachtvervoer is belangrijk. De groei moedigen we aan. De haven en de aanwezigheid van een snelweg zijn zonder twijfel een meerwaarde voor bedrijven die Oostende als basis nemen.
  • Uiteraard is er aandacht voor de omwonenden en het milieu. We gaan in overleg met de buurtbewoners en zetten Raversijde terug op de kaart. Zonder dat de wijk haar karakter verliest is herwaardering van de wijk, samen met de luchthaven een noodzaak. Vandaag is er te veel leegstand en verloedering. Een boost voor Raversijde is aan de orde.
  • We pakken de parkeerproblematiek aan. We wijzen reizigers de weg naar de luchthavenparking die desnoods uitgebreid dient te worden. De stad biedt een antwoord op de verzuchtingen van de buurtbewoners.
  • We zorgen voor een aansluiting van de luchthaven en van Raversijde met het openbaar vervoer. We denken hierbij op lange termijn. We onderzoeken de omlegging van de tram of zetten in op snel en efficiënt busvervoer door gebruik te maken van waterstofbussen.
  • De wijk Raversijde laten we aansluiten bij de luchthaven. We waarderen de wijk op. Horeca en handel krijgen er opnieuw een plaats. De luchthaven is de motor van de wijk. Kleine handelszaken, restaurants, … zijn een troef.

3.11.2. Haven en visserij

Onze Noordzee is amper 3454 km² groot. Het is als het ware een 11de provincie. De activiteit op die oppervlakte is enorm: visserij, energie, zandontginning, recreatie, scheepvaart, etc. Onze haven, de toegangspoort tot de 11de provincie, is dan ook belangrijk voor de dynamiek van Oostende. De blauwe economie is de toekomst. Binnen een duurzaam kader boost de economische ontwikkeling van de Noordzee. Oostende is een uitstekende uitvalsbasis.

De komst van een nieuwe ferrylijn biedt perspectieven. Prioritair dient de economische leefbaarheid van de lijn aangetoond te worden. Oostende zet alles op alles om een lijn operationeel te krijgen. Hierbij is uiteraard aandacht voor de veiligheid en de problematiek van mogelijke transmigranten.

  • Mariene kenniscluster

Vandaag al beschikt Oostende over één van de belangrijkste mariene kennisclusters ter wereld. Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (BMM), Greenbridge, de European Marine Board, etc. zijn allen gevestigd in onze stad. Op die manier zorgen we ervoor dat ons klein stukje Noordzee misschien wel tot één van de meest bestudeerde wateroppervlak op internationale schaal is. Die kennis gebruiken we optimaal en stimuleren we in de verdere ontwikkeling van ons Noordzeegebied. Met bijkomende (Vlaamse en federale) investeringen, zoals de ontwikkeling van een golftank en sleepbak op de site Greenbridge, verstevigen we alvast onze pioniersrol op het vlak van het marien onderzoek. De nieuwe huisvesting voor het VLIZ en ILVO zal hierin een nieuwe dynamiek creëren. Wetenschappelijk onderzoek, proefprojecten, etc. brengen de internationale onderzoeksgemeenschap naar Oostende. Deze ontwikkelingen kunnen ook onze lokale economie en werkgelegenheid versterken en kan een extra impuls geven voor het hoger onderwijs.

  • Hernieuwbare energie

Ook de ontwikkeling van de windparken op zee hebben tot nooit geziene uitdagingen en opportuniteiten voor Oostende en haar haven geleid. Dankzij deze ontwikkelingen kunnen we Oostende uitbouwen tot een ware Offshore Wind Valley. Dat zorgt voor heel wat werkgelegenheid in onze regio. De bouw van een gemiddeld windmolenpark levert zo’n 1.400 arbeidsplaatsen op. Voor de exploitatie van een park, gaat het om gemiddeld 100 jobs per park gedurende 20 jaar. In Oostende alleen al zijn er nu reeds 360 directe werknemers actief in de offshore sector. Met de huidige capaciteit op zee kan nu reeds hernieuwbare energie worden geleverd aan 1 miljoen Belgische gezinnen. Ook de komende jaren zijn nog bijkomende parken voorzien die de werkgelegenheid en expertise in Oostende een extra stimulans kunnen geven. Het stads- en havenbestuur maken deze faciliteiten maximaal mogelijk.

Oostende zal blijven inzetten op andere hernieuwbare energieprojecten. Binnenkort zal een testplatform zo’n 500 meter voor de haven van Oostende worden uitgebouwd. Zo’n testplatform kan worden gebruikt voor diverse onderzoeksprojecten: golfslagenergie, drijvende zonnepanelen, aquacultuur, kustverdediging, etc.

  • Visserij

De kustvisserij en de aanverwante bedrijvigheid is een belangrijke meerwaarde voor onze stad. Internationaal kent deze sector echter grote uitdagingen, bijvoorbeeld op het vlak van verduurzaming, visbestanden, visserijtechnieken etc. De nieuwe vismijn en de recent vernieuwde vistrap vormen hierbij een stimulans voor de blijvende ontwikkeling van de sector in Oostende.

Voor voedselproductie op zee kunnen we vanuit Oostende ook duurzame aquacultuur als economische activiteit op zee ontplooien. De Europese aquacultuursector is tot op heden namelijk zeer beperkt. Alhoewel de aquacultuurproductie op jaarbasis in de periode 2000-2010 wereldwijd steeg van 32,4 miljoen ton tot 59,9 miljoen ton, daalde ze in de Europese Unie van 1,4 tot 1,3 miljoen ton. In het federaal marien ruimtelijk plan werden nu reeds zones voor commerciële en duurzame aquacultuur aangeduid in het gebied voor hernieuwbaar energie. Zo werd een poging ondernomen om bepaalde gebieden multifunctioneel te gaan ontwikkelen en werden de eerste projecten – waaronder mosselkweek - gelanceerd. Ook deze sector kan komende jaren in onze stad een positieve impact hebben op de lokale werkgelegenheid.

3.12. Landbouw

Oostende zet verder in op een duurzame landbouw. Er zijn niet veel landbouwbedrijven meer op het grondgebied van Oostende. De economische leefbaarheid van deze bedrijven dient gewaarborgd te blijven. Binnen de (beperkte) bevoegdheden van het stedelijk niveau stelt de stad zich als een stimulerende partner op.

Concreet

2018: het Economisch Huis spitst zich toe op haar kerntaken. We gaan actief op zoek naar concepten die de stad versterken. Leegstand wordt actief aangepakt. Het stadsbestuur zet in op een vlotte communicatie met de handelaars en het wegwerken van lasten. Een vlotte mobiliteit is het werkpunt bij uitstek. Industriezones worden dynamische ondernemingsparken. De luchthaven en de haven krijgen alle kansen om te groeien. Het zijn poorten tot te wereld en zetten Oostende op de kaart. We zetten in op hernieuwbare energie, een waterstoffabriek en duurzame aquacultuur.

2030-2050: Oostende is een stad waar ondernemers willen investeren. Het is een hippe en trendy stad, een top city-trip bestemming. De ondernemingsparken bloeien. Innovatie is de rode draad. De haven en luchthaven zijn effectief poorten tot de wereld. Oostende is een autoriteit op het vlak van marien milieu, onderzoek, hernieuwbare energie, … .

>> Ga naar het volgende hoofdstuk: "Oostende, een veilige en nette stad? Gewoon doen."