9

sociaal oostende? gewoon doen.

9.1. Inleiding

Een liberaal beleid is een sociaal beleid. Liberalen laten niemand achter. Onze kijk op de samenleving is een verhaal van kansen geven en verantwoordelijkheid nemen, van solidariteit en participatie. Wij focussen op het versterken van elke individu. Tegelijk zijn we niet blind voor het feit dat een aantal mensen de touwtjes niet in eigen handen kan nemen. De rugzak die sommigen met zich meedragen is zwaar. Die mensen helpen we!

Een stad met voldoende werkgelegenheid versterkt de burger. Het jobaanbod vergroten is dan ook een belangrijk element van het sociaal beleid. Werk in eigen stad of zelfs in eigen wijk is verdient alle aandacht. Een aangepaste job biedt mensen kansen om hun leven op te bouwen. Een sterk economisch beleid is dan ook niet los te koppelen van het sociaal beleid.

Armoede is niet alleen in centen te vatten. Het is meer dan een inkomen. Ook welzijn, uitsluiting, vereenzaming, … zijn aspecten van armoede. Het is een kluwen van uitsluiting op verschillende niveaus waaronder onderwijs, vrijetijdsbesteding, ruimtelijke ordening… Heel veel maatregelen zijn dan ook in die thema’s terug te vinden.

Het sociaal beleid, dat in grote mate onder het OCMW viel, is versnipperd. De bevoegdheden kinderarmoede, gelijke kansen, dienstencentra, … vallen onder verschillende schepenen. Open Vld vraagt in de komende legislatuur één schepen bevoegd voor armoedebestrijding die waakt over deze problematiek en dit over alle bevoegdheden heen.

De inkanteling van de stad en het OCMW is een unieke kans om méér sociaal beleid te voeren. Beide lokale organen smelten vanaf 2019 samen. De ondersteunende diensten worden op de meest efficiënte en effectieve manier georganiseerd waardoor extra ruimte vrij komt voor echt sociaal beleid. We stappen waar mogelijk af van een dubbele structuur en leggen de focus op de mensen, de Oostendenaars. Om het zorgaanbod gestructureerd te organiseren bekijken we de oprichting van een zorgbedrijf. De burger en de dienstverlening is de enige drijfveer.

Belangrijk gegeven bij het lezen van dit item is dat heel veel elementen van de aanpak van armoede terug te vinden zijn in andere beleidsdomeinen zoals jeugd, onderwijs, sport, ruimtelijke ordening, …


9.2. Organisatie

De aanpak van armoede is geen verhaal van de stad alleen. Samen met het middenveld en de talloze vrijwilligers maakt de stad een armoedeplan. De sociale noden en de organisaties worden in kaart gebracht. Armoede aanpakken doen we niet alleen met de sociale diensten van de stad, niet alleen met de grote organisaties maar ook met vrijwilligers. Ook hun meerwaarde erkennen we.

Vandaag zijn er heel wat organisaties actief in de bestrijding van armoede. We zien soms door de bomen het bos niet meer. Mensen raken de weg kwijt in het kluwen van diensten en organisaties. We zorgen voor een duidelijk overzicht (inclusief vrijwilligers, mutualiteiten, … ) en spelen een coördinerende rol waarbij aandacht is voor het onthaal en de juiste doorverwijzing van mensen. Het centraal onthaal levert goed werk maar breiden we uit. Let op, voor Open Vld is het niet zo belangrijk wie de zorg aanbiedt, wel dat de zorg aangeboden wordt.

Een aantal mensen heeft geen recht op steun of begeleiding vanuit het Sociaal Huis maar staan toch in de kou. Die mensen wijzen we de juiste weg.

We pakken de problemen bij de wortels aan. Er is de voorbije legislatuur te veel geïnvesteerd in symptoombestrijding zonder de kern van de problemen te benoemen en aan te pakken. Er worden prioriteiten vastgelegd. We verliezen uiteraard ook de gevolgen van armoede niet uit het oog.

Voor Open Vld waakt één schepen over het aspect armoede in alle beleidsdomeinen. Een armoedetoets kan een instrument zijn om de gevolgen van beslissingen op kansarmoede te voorzien.

De drempel om naar het Sociaal Huis te stappen is hoog. We werken het taboe rond hulpvraag weg. Dit kan door het imago en de focus van de dienst te wijzigen van ‘hangmat’ naar ‘vangnet en trampoline’.

De wijkwerking is belangrijk. Via wijkwerking, scholen, … speuren we armoede actief op. We voeren een beleid van onder uit. Straathoekwerkers, brugfiguren, … zijn sleutelfiguren. Wijkteams bundelen de krachten. Ook de wijkagent speelt hier een rol. We zetten in op buurthulp en zorgcoaches.

Maatschappelijk werkers zijn de steunpilaren van het beleid. Werkbaar werk is dan ook heel belangrijk. De veiligheid waarborgen we. Wie geweld gebruikt tegen een maatschappelijk werker wordt zonder pardon aan de deur gezet.

We bekijken de toegekende premies en tussenkomsten (oa. Onderwijscheques) en passen die aan de huidige tarieven en noden aan.


9.3. Aan de slag!

Het lokaal bestuur heeft ten aanzien van sociaal-economisch zwakke groepen in onze stad de taak om hen in eerste instantie dringende hulp te bieden. Een echt sociaal beleid is meer. Het uiteindelijke doel van hulpverlening bestaat uit het ontwikkelen van het zelfredzaam vermogen van mensen. Tegenover het recht op sociale bijstand staat de plicht van de cliënt om maximaal mee te werken aan het traject dat de lokale overheid met hem of haar uitstippelt. Een belangrijk instrument is het Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijk Welzijn, het zogenaamde GPMI. Dit is de afsprakennota tussen cliënt en OCMW. Dit is als het ware een contract dat de cliënt afsluit. Laat ons dit ook op die manier gebruiken.

Een job biedt garantie als bescherming tegen armoede. Als lokale overheid hebben we de taak om jobcreatie in de stad te faciliteren. Economie en armoedebestrijding zijn sterk verweven.

De lokale overheid leidt mensen ook toe tot de arbeidsmarkt. Hiervoor is bijzondere aandacht in de opmaak van de GPMI (Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie). De afgesproken doelstellingen worden op de voet gevolgd. Voor wie de afspraken met de VDAB, de onderwijsinstellingen, de taallessen, … zonder geldige reden en bewijs niet volgt, geldt er geen pardon. Leefloon zien we als een opstap naar een leven waarin mensen de touwtjes opnieuw in handen kunnen nemen. We halen de banden met de VDAB met andere woorden nauwer aan.

Als tegenprestatie voor het leefloon zijn gemeenschapsdiensten een piste. Deze aanpak verdient bijzondere aandacht. Gemeenschapsdiensten worden zinvol ingevuld. We besteden dus veel aandacht aan de invulling van die taken. De keuze voor gemeenschapsdiensten is geen negatieve keuze. Hiermee zeggen liberalen niet dat mensen werkonwillig zijn. Door mensen te laten werken in ruil voor hun leefloon, ontwikkelen ze een zekere arbeidsethiek, leren ze op tijd komen, hebben ze opnieuw sociaal contact, … . Het helpt mensen op weg naar de arbeidsmarkt. Uiteraard is dit niet voor iedereen een haalbare kaart. Dit is geen asociale maatregel maar een maatregel die mensen kansen geeft.

We stimuleren ook vrijwilligerswerk en deelname aan het culturele of sportieve leven. Zo verruimen mensen hun kennissenkring, treden ze uit het sociaal isolement en vinden ze gemakkelijker de weg naar de arbeidsmarkt. De Uit-pas speelt hier een belangrijke rol.

Mensen die misbruik maken van het systeem gaan er zonder pardon uit. Ze schaden diegenen die echt nood hebben aan ondersteuning. Vandaag ontbreekt het maatschappelijk werkers nog steeds aan tijd om iedereen nauwgezet op te volgen. Tijdens de vorige legislatuur zijn middelen uitgetrokken om vaker op huisbezoek te kunnen gaan. Bij vermoedens van sociale fraude blijft het vaak moeilijk om harde bewijzen te verzamelen.


9.4. Kinderen centraal

De aanpak van kinderarmoede heeft gefaald. Er zijn heel wat middelen gevloeid naar de bestrijding van de armoede. Er was een focus op de symptomen, niet op de wortels van het probleem. Dit zien we radicaal anders. In 2008 werden 11.2% kinderen geboren in een kansarm gezin volgens de criteria van Kind en Gezin. In 2016 was dit maar liefst 29.9%. We plaatsen dat cijfer even in perspectief en stellen dat stad Mechelen het niveau liet dalen tot 12.4%. Het gemiddelde van de centrumsteden ligt op 21.8%. Hier geldt dus één regel: handen uit de mouwen.

Voor Open Vld is de aanpak van kinderarmoede een prioriteit. Verschillende maatregelen zitten verspreid in het programma (sport, cultuur, onderwijs, … ). We leggen onder meer een sterke focus op deelname aan het kleuteronderwijs.

Willen we kinderarmoede aanpakken dan is een aanpak van generatiearmoede noodzakelijk. De periode tussen nul en drie jaar is belangrijk voor de ontwikkeling zowel op intellectueel, emotioneel als sociaal vlak. Huisvesting, tewerkstelling, onderwijs, … zijn belangrijke schakels.

We bepalen prioriteiten in de toekenning van aanvullende steun en leggen de focus op kinderen en jonge gezinnen. We onderzoeken de mogelijkheid om het gezinsondersteunend budget uit te breiden. Deze tussenkomst steunt ouders onder meer in de schoolkosten van kinderen. Dit bestaande systeem vormen we om tot een virtuele schoolportefeuille. Alle kosten dienen uiteraard bewezen te worden.

Eenoudergezinnen hebben het vaak moeilijk. Bij elke beleidsbeslissing bekijken we de impact op deze groep mensen. Waar nodig sturen we voor deze categorie bij. Dit kan bijvoorbeeld door het toekennen van een geschenkbon bij lokale handelaars die ter beschikking gesteld wordt in het Huis van het Kind. Op die manier komt deze groep in contact met de dienst en werken we sterk drempelverlagend.

We investeren in gerichte preventiecampagnes rond ongewenste zwangerschap en SOA’s. Een ongewenste zwangerschap maakt de situatie van kansarme vrouwen nog moeilijker. We werken hier samen met huisartsen, ziekenhuizen, ….

Het vinden van een betaalbare kinderopvang met voldoende ruime openingstijden blijkt niet altijd eenvoudig. Het uitgangspunt is dat er voor elk kind van ouders die willen werken, er een plek voorzien is. Een job is namelijk een garantie tegen armoede. De noden worden permanent gemonitord. Het beleid wordt aangepast naar gelang de wachtlijsten. We brengen de nood aan flexibele kinderopvang in kaart. Een vast opvangplan is namelijk niet voor iedereen haalbaar.

Uit onderzoek blijkt dat kwetsbare ouders vaak geen vertrouwen hebben in kinderopvang. We zetten een campagne op om dat gevoel te doorbreken.


9.5. Zelfstandigen in nood

We haalden het reeds aan bij het luik ondernemen maar ook zelfstandigen in nood verdienen onderstening. Tot op vandaag wordt deze problematiek miskend. Hoewel de sociale dienstverlening heel nadrukkelijk stelt dat ze openstaat voor iedereen, blijven zelfstandigen in armoede een schrijnend probleem.

Er blijft nood aan een gestructureerd hulpaanbod voor zelfstandigen. Maatschappelijk werkers worden bijgeschoold. We voeren een tijdelijk leefloon in. Tijdelijke overbruggingen bewijzen hun nut. Het cliché al zouden zelfstandigen in moeilijkheden per definitie failliet gaan klopt niet.


9.6. Welzijn en welbevinden

Open Vld is zich bewust van het feit dat het welzijn en welbevinden van iedereen aandacht verdient. Dienstencentra en ontmoetingscentra leveren schitterend werk. Ze halen mensen uit de eenzaamheid. Feit is echter dat veel kansarmen verder vereenzamen in hun woning. Die mensen willen we bereiken. Wijkagenten, straathoekwerkers, … krijgen hier een belangrijke taak.

We leggen de prioriteiten van de centra vast en onderzoeken de mogelijkheid om de centra ook tijdens het weekend te openen voor bijvoorbeeld huiswerklassen. Bij de werking van de dienstencentra en ontmoetingscentra zetten we maximaal in op de samenwerking met de private sector en bestaande verenigingen. Is het bijvoorbeeld zinvol om reizen te organiseren of investeren we die tijd in de organisatie van huiswerkklassen tijdens het weekend?

De teams die de dienstencentra en ontmoetingscentra bemannen vormen een belangrijke schakel in de opsporing van problematische situaties. Armoedebeleid gaat over meer dan centen. Participatie aan de samenleving is minstens even belangrijk. Deelname aan het kleuteronderwijs, cultuurbeleving, sport, jeugdverenigingen, … zijn belangrijke schakels in de aanpak van armoede. Ze zijn de sleutel om sociaal isolement te doorbreken.

De bijsturing van de kosten van de maaltijden toont aan dat steeds meer mensen aan 1 euro eten. Dat wil onder meer zeggen dat de doelgroep bereikt wordt. Een gezonde maaltijd is een basisrecht. We waken wel over het feit dat de centra geen cafés en buurtwinkels worden.

Ook in het domein digitalisering is er aandacht voor armoedebestrijding. Liberalen laten niemand achter. Om volwaardig deel te kunnen nemen aan de samenleving is digitale geletterdheid enorm belangrijk. Online betalingen uitvoeren, gebruik maken van apps, digitale dienstverlening, het aanvragen van premies, … het maakt deel uit van het dagelijks leven.

Oostende@internet blijft een belangrijk instrument. We blijven mensen stimuleren om kennis te maken met de digitale wereld. Reeds meer dan 10.000 Oostendenaars deden dat. Hier zetten we verder op in en passen het aanbod aan de nieuwe evoluties aan. Het gratis Wifi-netwerk draagt ook bij tot de armoedebestrijding. In grote delen van de stad en in de openbare gebouwen kunnen mensen gratis online.

De inrichting van het openbaar domein is ook belangrijk in de aanpak van armoede en uitsluiting. Speelpleintjes, sportvelden, … brengen mensen samen. Buurtwerkers, sleutelfiguren, … komen zo in contact met mensen en kunnen gepast doorverwijzen.


9.7. Schuldbemiddeling

Schulden zijn als het zwaard van Damocles voor mensen in armoede. Schuldopbouw stuurt mensen in een negatieve spiraal. De dienst schuldbemiddeling is een druk bezette dienst. Extra ondersteuning zou welkom zijn.

Mensen die aan de alarmbel trekken voor ze in de negatieve spiraal terecht komen, willen we sneller toegang laten krijgen tot de dienstverlening. We sporen schuldopbouw bij de cliënten actief op. We onderzoeken de haalbaarheid hiervan. Preventie is beter dan genezen.

Preventie bestaat er ook in om mensen bewust te maken van de valkuilen van reclame en om kansarmen om te vormen tot weerbare consumenten.


9.8. Nachtopvang

Oostende richt tijdens de wintermaanden al jaren een nachtopvang in. We blijven dit in de toekomst doen. Tijdens de wintermaanden mag niemand op straat slapen. We maken van deze periode gebruik om deze mensen intensief te begeleiden en zich in regel te stellen met een aantal zaken. Open Vld pleit niet voor een permanente daklozenopvang.

Het systeem van de doorstroomwoningen en van het Housing-first-project wordt doorgelicht en indien mogelijk uitgebreid.


9.9. Gezondheid

Het spreekwoord ‘ziek maakt arm, arm maakt ziek’ is helaas een realiteit. Mensen in armoede laten vaak na om gepaste zorg te zoeken omdat ze vrezen de zorg eerst dienen te betalen. Het derdebetalersysteem is hier het antwoord op. Om te vermijden dat mensen zorg uitstellen, gaat de stad gericht informeren over de derdebetalersregeling. We informeren vooral artsen en tandartsen. Ook de reglementering van tandartsbezoek bij kinderen zetten we in de verf. Dit kan heel veel leed besparen. Tand-em brengen we eveneens sterk onder de aandacht. We maken mensen bewust van de mogelijkheden. Ook de rol van de spoeddiensten kaderen we.

Open Vld wil mantelzorgers extra ondersteuning bieden. Naast de financiële tegemoetkoming van de Vlaanderen is er nood aan praktische ondersteuning. Hoofddoel is om zorgbehoevenden langer thuis te laten wonen op een voor de mantelzorger haalbare manier. Adviezen over bijvoorbeeld til- en heftechnieken kan mantelzorg draaglijk maken. Lotgenoten krijgen de kans om elkaar te ontmoeten om ervaringen met elkaar uit te wisselen. Een luisterend oor of ervaringen uitwisselen is broodnodig. We brengen de nood aan dagcentra of vervangingspoules in kaart. Die geven mantelzorgers de mogelijkheid om even rust te nemen of hun job uit te oefenen.


9.10. Sociale woningen

Oostende heeft een ruim aanbod sociale woningen. Open Vld wilt geen bouwstop invoeren maar een doordacht beleid voeren waarbij de ruimtelijke spreiding van belang is. Het aanbod is vooral kwalitatief en energiezuinig. Het energiezuinig maken zorgt voor lagere energiefacturen en dus meer financiële leefruimte voor de bewoners. Onze visie staat verder beschreven bij het luik wonen.

We informeren private eigenaars over de mogelijkheden om hun woning via het SVK op de huurmarkt aan te bieden.

Onze standpunten in verband met wonen zijn terug te vinden.


9.11. Senioren

Oostende is een sterk vergrijsde stad. Vergrijzing hoeft niet noodzakelijk een negatieve bijklank te krijgen. De actieve senior zorgt zelfs voor een dynamiek in de stad. De tijd dat ouderen voornamelijk thuis bleven ligt lang achter ons. Het toeristisch aanbod, het culturele aanbod, het verenigingsleven en zelfs de sportclubs hebben dit begrepen.

Toch verzeilen ook een pak ouderen in het isolement. Niet in het minst de grote groep nieuwe Oostendenaars die na de pensioengerechtigde leeftijd in onze stad kwamen wonen. Het armoederisico bij senioren ligt een stuk hoger als gemiddeld. Ouderen zijn dus een belangrijke doelgroep.

De dienstencentra en ontmoetingscentra vervullen een belangrijke taak. Jammer genoeg is voor veel kansarmen en ouderen de drempel te groot. Die groep mensen sporen we actief op en stellen de dienstencentra open voor hen die er echt nood aan hebben.

Het “meldpunt senioren in nood” bewijst zijn nut. De werking is goed en kan verder uitgebouwd worden. We promoten dit meldpunt actief. Hoe bekender het meldpunt wordt, hoe meer mensen moeilijke situaties kunnen aankaarten.


9.12. Zorg

Vandaag is er een tendens dat senioren steeds langer in hun vertrouwde omgeving blijven wonen. Thuiszorg is een belangrijke schakel om dit haalbaar te maken. De stad vervult een coördinerende functie en bevordert de samenwerking tussen de verschillende formele en informele partners. De samenwerking met dienstencentra, dagverzorgingscentra en centra voor kortverblijf zijn belangrijk. Uiteraard is ook de mantelzorger een sleutelfiguur. We monitoren de noden aan plaatsen in woonzorgcentra en serviceflats. Samen met de private partners bekijken we hoe we het aanbod op de vraag kunnen afstemmen.


9.13. Ziekenhuislandschap

Het ziekenhuislandschap is danig veranderd. Een ziekenhuis kan niet meer op zichzelf bestaan. Open Vld pleit daarom voor één zorgcentrum in Oostende dat deel uitmaakt van een groter geheel van West-Vlaamse ziekenhuizen. De Oostendenaar heeft geen baat bij een versnipperd zorglandschap. Door een versmelting van de bestaande ziekenhuizen kan het zorgaanbod naar een hoger niveau worden getild. Grotere structuren trekken top-artsen aan en kunnen efficiënter georganiseerd worden.

Concreet

2018: we organiseren de overheid op de meest efficiënte manier waardoor er ruimte is voor extra zorg. Wie hulp nodig heeft krijgt snel toegang. We zetten in op activering. Een job blijft een beste garantie tegen armoede en laat mensen participeren aan de samenleving. Liberalen laten niemand achter. Tegenover rechten en kansen staan verantwoordelijkheden. Er komt een focus op kinderarmoede. Dit pakken we bij de wortels aan. Onderwijs en deelname aan het sociaal leven zien we als sleutel bij het doorbreken van generatiearmoede.

In onze vergrijsde samenleving is er extra aandacht voor thuiszorg, vereenzaming en toegankelijkheid.

>> Ga naar het volgende hoofdstuk: "Oostende, onderwijsstad? Gewoon doen."